Jacobje Brouwer-De Boer

Jacobje Brouwer-De Boer (1956-1948) werd twee jaar na de dood van haar man als belanghebbende geaccepteerd, maar moest het doen met fl 4 per week. Ze doet haar best om iets meer te krijgen.

Jacobje stond beter bekend als Bape Douwtjen. Dat had te maken met haar man, visserman Douwe, met wie ze op 23-jarige leeftijd trouwde. Ze kregen acht kinderen, waarvan er drie jong overleden. Hun zoon Jan was visserman en verdronk op 16-jarige leeftijd op de Noordzee.

Haar man was belanghebbende; hij viste op de afstreepdatum 25 juli 1918 voor eigen rekening met een jol op de Zuiderzee. Hij ontving fl 4 per week en kwam in 1927 te overlijden. Jacobje krijgt twee jaar later de status van belanghebbende.

In de loop van de jaren werd de magere uitkering niet verhoogd, waardoor Jacobje in 1932, tijdens de crisis, in de pen klimt.

Ze vraagt of ze niet voor een verhoging in aanmerking komt. Ze weet dat andere weduwen meer ontvangen en zij mag immers ‘in dezelfde rechten kan en mag deelen’?

Ze verblijft in gunstige afwachting. Hoogst waarschijnlijk krijgt zij het standaardantwoord: de Rijksdienst ziet geen gegronde redenen om haar uitkering te verhogen.