Ooggeachte Heeren 3

In 1935 is Dirkje geen steek verder gekomen met haar strijd om een verhoogde uitkering. Nu zelfs haar gesprek met directeur Houben geen effect heeft gehad besluit om het hogerop te zoeken. Ze schrijft een brief aan de belangrijkste persoon van het land: premier Hendrik Colijn.

“En daarom zou ik beleefd vragen zijn Excellentie of deze zaak alzoo volgens de wet in orde is dat mijn schrijven en vragen zoowel hier onvolkomen vruchteloos is .”

Urk 5 Februari 1935

Aan Zijn Excellentie M/H. Colijn, ’s Gravenhage

Excellentie

Met verontschuldigden eerbied geeft W.C. Kaptein g. Bakker Het volgende aan zijn Excellentie te klagen. Mijn man is 6 september 1928 overleden zit op het oogenblik, thans nalatende 9 kinderen. Waarvan de oudste 28 jaar is E 24, 23, 21, 18, 16, 14, 9, 7 waarvan 6 Zuiderzee jongens zijn de jongste 9 jaar de oudste 28 allemaal bij Moeder aan tafel. Welke bedrag als belanghebbende Vrouw is mij vier gulden gevallen en een jongen aan de werkverschaffing. Het bedrag, daarvan is 7 gulden per week Excellentie. Dus dat bedraagt elf gulden per week en dat met tien personen, bij ons op het eiland valt niemedal voor van giften. Crisis bedraagt ook niemedal, de nood is soms groot, in het gezin? Ik ben zelf op het Rokin geweest verleden jaar, dat heeft niets gebaat, om verhooging van steun zijn Excellentie. Voor dat de dijk lag, kon ik met mijn kinderen daagelijks een stuk brood verdienen, met garnalen pellen en Netten boetten. En nu is alles afgesloten, groote jongens worden nergens meer in bijgetrokken. En daarom zou ik beleefd vragen zijn Excellentie of deze zaak alzoo volgens de wet in orde is dat mijn schrijven en vragen zoowel hier onvolkomen vruchteloos is dat mijn man pas dood was kon ik 2 gulden per dag en 2 gulden 50 per dag verdienen.

“Bij de buren heb ik niet nodig, die hebben zelf niet. “

En nu ligt de zaak gesloten voor mij en voor mijn kinderen, en onder die negen kinderen is nog een een meid 23 jaar, Die met vier jaar geslagen is aan de oogen die kan niet dienen. En moet bij Moeder aan tafel eten en onderhoud ontvangen, bij de buren heb ik niet nodig, die hebben zelf niet. En nu zijn Excellentie nogmaals vriendelijk gevraagd om in den nood aan het groot gezin zijn Excellentie te voorzien zou U daartoe willen medewerken, van de waarheid hiervan zou zijn Excellentie zich kunnen wenden voor de kerkkeraad der Chr. Grif.kerk alhier Riekeld.hoefnagel.

Een gunstig antwoord gaarna spoedig

Wachtend

(get.) Wed. C. Kaptein g, Bakker, Wijk 6-No. 82, Urk

Naschrift: Voor een klein gezin bedroeg de verdienste per bij goede ansjovisvangst drie honderd en 50 gulden dus voor mijn talrijk gezin moge dit verdubbelt.

De brief van Dirkje wordt doorgestuurd naar de Subcommissie voor de Bezwaarschriften.

De beschikking van 2 april 1935 wordt ondertekent door niemand minder dan directeur GFH Houben.

De boodschap is klip en klaar: Bij het overlijden van Dirkje’s echtgenoot verkeerde het vissersschip al in een slechte toestand. De afsluiting is dus niet de belangrijkste reden voor de derving van inkomsten.

Houben voegt er nog aan toe: ‘Mochten haar voldoende middelen tot levensonderhoud ontbreken, dan is zij op andere steunorganen aangewezen.’

De informatie uit de beschikking wordt waarschijnlijk weersproken want in augustus vraagt Houben informant/controleur Teunis Post om opheldering. Klopt het wel dat Dirkje’s dochter met manufacturen vent? En wat was precies het nummer van het vissersschip – UK 236, 239 of 253?

Post schrijft snel terug: “Ik heb u uitgebreit ingelicht daar u over vraag. Info over de jongens. ‘En de Wed zelf is dood aanzegger dat is ook 5 gulden van iedere doode. […] Nu weet u hoe het zit, dit is nu het juiste Maar ook de zelfde kankeraars hebben en nooit genoeg.”

Hij voegt er aan toe: Dirkje’s zoon Auke vist op de UK 171 en is vorige week getrouwd. Willempje, hoewel blind, is ook getrouwd. Dirkje heeft een zoon in de werkverschaffing. Antje vent twee dagen per week met manufacturen voor winkelier Marie Groen. De andere dagen gaat ze uit werken.

Dat is de laatste brief in Dossier 2500. Dirkje voelt zich niet alleen onbegrepen, ze is nu ook bestempeld als een ‘kankeraar’, die nooit genoeg heeft. Haar jarenlange, eenzame strijd eindigt waar ze is begonnen, met fl 4 per week.

Share this: