De onaffe geschiedenis van Marretje Post

Nadat Marretje de Vries-Post (1912-2005) in 1939 stopte met dienen kon zij haar laatste gezin, de familie Haymann, niet vergeten. Ze was vooral close met dochter Ellen Ruth, van wie ze bij het afscheid een mahoniehouten naaikistje had gekregen. “Wat is er toch met die mensen gebeurd?” vroeg ze vaak aan haar zoon Klaas. Ze bezochten samen het woonhuis aan het Bachplein nr. 2 maar belden niet aan. “Een onaffe geschiedenis,” zegt Klaas, die pas vorig jaar, zestien jaar na het overlijden van zijn moeder, een antwoord op Marretje’s vraag vond. “Dit verhaal moet verteld worden om de vreselijke dingen die deze mensen zijn overkomen niet te vergeten,” zegt hij nu.

Marretje Post wordt in 1912 als oudste geboren in het gezin van Klaas Post en Geertje Loosman. Moeder Geertje diende als jong meisje in Wognum en Berkhout. Marretje is nog maar 14 als ze in voetstappen van haar moeder treedt. Het gezin telt dan al zeven kinderen, waarvan er een vroeg komt te overlijden. Marretje zal ruim twaalf jaar als dienstmeisje werken, bij tenminste tien verschilllende gezinnen in vijf verschillende steden.

Marretje (rechts) met vriendin Aaltje Bos, die ook als dienstmeisje in Amsterdam en Baarn werkt (eigen foto)

Marretje begint haar dienstmeisjescarrière in Amsterdam, aan de Nieuwe Leliestraat 10, bij de Portugees Joodse familie Maljada, schuin tegenover het pand waar Anne Frank in de oorlog zou onderduiken. Twee jaar later is ze bij een andere Joodse familie te vinden, de familie Bolle op de Nieuwe Kerkstraat 108. Levie Bolle is een bananenimporteur, toen nog een zeldzame fruitsoort . Hij levert bananen aan de Amsterdamse delicatessenwinkels en is ook internationaal actief. De zaken gaan goed en de familie Levie verhuist dan ook  eind twintiger jaren naar de chiquere  Sarphatistraat op, naar nummer 190. Marretje verhuist mee.

Het pakhuis van Levie Bolle aan het Waterlooplein. Bolle was importeur van de Fyffes bananen in ons land, de latere Chiquita bananen (bron: Mediatheek JHM, met dank aan A. Denekamp)

Knappe jonge vrouw

In 1930 verhuist Marretje naar Enkhuizen. Ze is nu achttien en uitgegroeid tot een knappe jonge vrouw. Ze is onrustig; een jaar later verhuist Marretje naar Baarn. Hier komt ze in het gezin van de gereformeerde gemeentesecretaris De Die te werken. Hier is Marretje echt onderdeel van het gezin, wat blijkt uit het feit dat ze met hen aan tafel eet. Ze helpt mevrouw De Die bij de zorg voor de kinderen; er ontstaat een vriendschap voor het leven. Dochter Marietje zal Marretje later nog vaak op Urk opzoeken. “Mijn moeder had een goed gevoel voor humor; ze liet een bepaalde indruk achter die niet snel uit te wissen was,” vertelt Klaas.

Marretje (rechts) in de tuin met mevrouw De Die en haar vijf oppaskinderen (foto familie De Vries)

Marretje helpt mevrouw De Die bij de zorg voor de kinderen; er ontstaat een vriendschap voor het leven.

Marretje zal vier jaar bij de familie De Die blijven werken. In 1935 verhuist ze terug naar Amsterdam. Er volgt een onrustig tijd, waarin ze in drie jaar tijd bij drie verschillende gezinnnen werkt. In 1938 komt ze echter in contact met de de Duits Joodse familie Haymann. Deze familie was nadat Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht kwam naar Nederland gevlucht. Het is een welgestelde familie, die  op het Bachplein 2 in Amsterdam Zuid woondent. Vader Ludwig Haymann is een internationale houthandelaar. Samen met Gertrud Ella Loeser heeft hij twee dochters: Ellen Ruth (geboren in 1917) en Olga Vera (geboren in 1918).

Marretje zal zich haar hele leven afvragen wat er met haar Joodse gezinnen, met name met Ellen Ruth, is gebeurd.

Marretje raakt al snel bevriend met Ellen Ruth, die vijf jaar jonger dan haar is en leert voor naaister. Ook in het gezin Haymann wordt ze geadopteerd als pseudo-dochter en eet mee aan tafel. Ze leert nóg meer Joodse gerechten klaar te maken en ontwikkelt een voorkeur voor matzes, ongerezen broden die lijken op crackers en vooral rond Pasen worden gegeten.

Bijzonder afscheidskado

Het zal Marretje niet ontgaan zijn dat de familie Haymann onder spanning leefde. Berichten over het toenemend antisemitisme in Duitsland worden op de voet gevolgd. Zal het bestaan in Nederland ook in de toekomst veiligheid bieden? Marretje heeft haar eigen zorgen en verlangens: ze is verliefd geworden op marinier Pieter de Vries en wil graag trouwen. Bij het afscheid krijgt ze van Ellen Ruth een bijzonder kado: een houten naaikistje  met sierlijk koperbeslag. Marretje verbergt het zorgvuldig in haar koffertje en zal het de rest van haar leven binnen handbereik houden. In november 1939 treedt ze in het huwelijk met Pieter.

Het naaikistje dat Marretje van Ellen Ruth als afscheidskado kreeg (eigen foto)

Als in mei 1940 Hitler de oorlog met Nederland verklaart wonen Marretje en Pieter in de marinestad Den Helder. Maar veilig is het hier niet. Als Marretje – hoogzwanger – op een dag op bezoek is bij haar zus wordt tijdens een bombardement het huis volledig vernietigd. In juli 1940 keren Pieter en Marretje berooid terug naar Urk. Hier wordt op 24 juli in het geboortehuis van Marretje op Wijk 5-141 zoon Riekelt geboren.

Marretje zal zich haar hele leven afvragen wat er met haar Joodse gezinnen, en met name met Ellen Ruth, is gebeurd. Ze vraagt het haar zoon Klaas, die historicus is en in Amsterdam woont, regelmatig. Als ze in 1985 een weekendje in Amsterdam is, neemt Klaas haar mee naar het Bachplein: “Ik heb een taxi gehuurd en zo zijn we van de Herengracht naar Amsterdam Zuid gereden. Mijn moeder herkende het huis meteen. “Het is nog niks veranderd,” zei ze. Ze wilde eigenlijk aanbellen, maar durfde ook niet goed. Ik wist ook niet precies hoe ik moest uitvinden of de familie Haymann de oorlog had overleefd. Je kon in die tijd nog niet online zoeken.  Achteraf heb ik er spijt van dat ik toen de archieven niet ben ingedoken.”

Joodse puddinkjes

Marretje neemt haar dienstmeisjeservaringen mee haar huwelijk in. Ze kookt vaak ‘Joodse puddinkjes’ en laat haar zoon Klaas matzes kopen bij een Joodse bakkerij in Amsterdam. Ze leest de Trouw en neemt het met de zondagrust niet zo nauw. “Ik ben onder de mensen geweest,” verklaart ze. Het dienen heeft haar gevormd: ze heeft een brede belangstelling en ontvangt graag gasten van buiten Urk. “Je kon aan haar merken dat ze gewend was om zich in verschillende milieus te bewegen,” zegt Klaas.

Het dienen heeft Marretje gevormd: ze heeft een brede belangstelling en ontvangt graag gasten van buiten Urk.

Marretje en Pieter op latere leeftijd op reis (eigen foto)

Marretje overlijdt in 2005, zonder dat ze een antwoord op haar vraag heeft gekregen.

Pas als in 2020 Arjan Baarssen en Lucia de Vries hun onderzoek naar de Urker dienstmeisjes publiceren gaat Klaas op zoek naar het antwoord. Aan de hand van de inschrijvingen in het Amsterdams bevolkingsregister traceert hij de adressen van zijn moeder en komt in contact met nazaten. Van Winnie Meyer Ricard, de dochter van Olga Vera Haymann, ontvangt hij het portret van de twee meisjes. Vera blijkt in de oorlog ruim twee jaar onder te hebben gedoken in een woning naast het Burgerweeshuis aan de Nieuwezijds Voorburgwal, bij de ontwerper Herbert Meyer Ricard, met wie een relatie heeft. Daar werkt ze gewoon door als ontwerpster: ze maakt series speelgoed voor De Bijenkorf en V&D van klei, hout en karton en organiseert marionettenvoorstellingen. Vera wordt net als haar vriend en onder andere de schrijfster Grete Weil onderdeel van de verzetsgroep Hollandgruppe Freies Deutschland. Dochter Winnie vertelde het verhaal in 2019 tijdens de Vrijheidsmaaltijd in Gein.

Een pijnlijk einde

Zo komt Klaas er achter wat er met de rest van familie Haymann is gebeurd. Op 17 november 1942 wordt het echtpaar Haymann tijdens een razzia uit hun huis aan het Bachplein gehaald.  Ruth  is nu 25, ze is naaister en geeft belangeloos les aan emigranten. Ze besluit haar ouders te ondersteunen en gaat vrijwillig met hun mee naar Westerbork. Een half jaar later, in maart 1943, wordt ze op transport gezet naar Sobibor. Haar ouders zijn een week eerder naar dit vernietigingskamp vertrokken. Ruth  schrijft nog een krabbel in het Zweeds, aan een Zweedse vriendin, en gooit het uit de trein. In vernietigingskamp Sobibor wordt ze op 2 april 1943 vergast.

Stolperstein voor Ellen Ruth Haymann in Hamburg-Harvestehude, waar ze opgroeide

Ook de familie Bolle vond een pijnlijk einde. Met uitzondering van dochter Janny werden vader, moeder en drie kinderen in verschillende kampen vermoord. Janny Moffie-Bolle liet het een aangrijpende verhaal van haar verblijf in Auschwitz-Birkenau, Gross-Rosen, Gräben en Bergen-Belsen optekenen. ‘Een hemel zonder vogels’ heet het.

Van de Joodse families waar Urker meisjes voor de oorlog bij dienden werd 80 procent van de vrouwen in de oorlog om het leven gebracht; van de mannen overleefde slechts een enkeling. Die wetenschap is Marretje gelukkig bespaard gebleven.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s