Femmetje Wakker werkt bij een herenboer

Eeuwenlang vonden meisjes uit arme gezinnen werk als boter- en kaasmeiden op het platteland van Noord-Holland. Een van hen was Femmetje Wakker. Haar zus en dochters werkten bij dezelfde boerenfamilie in Hauwert. Hoe kon dat gebeuren?

Boerenmeiden aan het werk onder de rook van Amsterdam

Eeuwenlang waren er in Nederland weinig opties voor meisjes die geld wilden verdienen. Met de opkomst van de fabrieken veranderde dat; in de tweede helft van de negentiende eeuw werkten de meeste van de 450.000 werkende kinderen in de textielindustrie. Ook Urker gezinnen trokken voor dit doel naar Twente of de Zaan. De andere opties voor meisjes waren het beroep van dienstbode of boter- of kaasmeisje. Zij gingen bij boeren in de kop van Noord-Holland aan de slag. De landbouw in Noord-Holland was arbeidsintensief; bovendien beschikten veel herenboeren over grote huizen, die schoon gehouden moesten worden.

Ook veel Urker vissersmeisjes werden ‘boerenmeiden’, met of zonder melkersdiploma. Een van hen was Femmetje Wakker.

De zusjes werden niet slecht behandeld door de boer en boerin, maar er was afstand. Er bestond nog een groot standsverschil tussen herenboeren en vissersmeisjes.

Femmetje was op 29 mei 1901 geboren in het gezin van visserman Wiechert Wakker en Vrouwtje Ras. Ze was de vierde in een gezin van zeven kinderen. Haar oudere zus Hermina ging in 1908 bij boer Elias Koster en zijn vrouw Geertje Oostwoud-Wijdenes in Hauwert aan de slag. Femmetje was amper 13 toen ze ook bij de familie Koster ging werken. Tegen kost en inwoning.

Femmetje Wakker als dienstmeisje

Femmetje zal onder de indruk geweest zijn van de imposante stolpboerderij van de familie Koster. Het was een vierkante boerderij met een piramidevormig dak, met daaronder plek voor woonruimte, vee en hooi, de wagens en andere werktuigen. De boerderij was enkele jaren eerder in opdracht van de grootmoeder van de boerin gebouwd. Zoon Jan zou later schrijven:

[Het] was een flinke boerderij, een Westfriese stolp, maar wel met de dwarsdeuren aan de achterkant. Er werd voor het eerst met beton gewerkt, iets wat toen nog geheel nieuw was. Een kaaskamer met kelder, een koegang met groep en rollaag, een schuur en een brug, alles van beton. In het dorp en vooral in ‘De Zak’werd er ‘drok over praat’.”

De boerderij op een foto uit 1935 (bron)

De familie bestond uit de boer en boerin en twee dochters en een tweeling, allebei jongens. Terwijl Hermina voor het vee zorgde, paste Femmetje op de kinderen en deed klusjes in en om het huis. De zussen sliepen in een bedstee, in een ‘meidenkamertje’ in een hoek van de voorkamer.

Een belangrijke taak van de boerenmeiden was het maken van goede kwaliteit boter en kaas, die op de markt een goede prijs opbracht. Het was daarbij het essentieel om de houten vormen en werktuigen flink te schrobben. Deden ze dit goed, dan kregen Hermina en Femmetje een kwartje van boer Koster.

Oude prent van het kaasmaken (bron)

De zusjes werden niet slecht behandeld door de boer en boerin, maar er was afstand. Er bestond nog een groot standsverschil tussen herenboeren en vissersmeisjes.

Te voet naar de kerk

De zusjes gingen ’s zondags naar de gereformeerde kerk en catechisatie in Hoorn; de Hervormde kerk in Hauwert werd te licht bevonden. Dit betekende twee uur heen en twee terug, te voet. Halverwege konden bij een ouderling op adem komen. ’s. Winters bonden Hermina en Femmetje de schaatsen onder en legden een deel van de reis over sloten en singels af. Later leerde Femmetje fietsen. Toen de boer en boerin er een keer niet waren leende ze hun fiets. Maar deze bleek over te hellen naar een kant. Femmetje lag al snel met fiets en al in de sloot…

Nadat Hermina in 1917 was getrouwd vond Femmetje in 1919 werk in Andijk. Wilde ze niet langer tegen kost en inwoning werken? Femmetje werkte in Andijk bij een weduwnaar. Maar de nieuwe stek zal haar slecht hebben bevallen. Vier maanden later liet Femmetje zich opnieuw in Hauwert inschrijven. Het adres? Dat van familie Koster.  Femmetje had één voorwaarde: ze wilde onder geen beding de koeien melken, want daar was ze bang voor.

s Winters bonden Hermina en Femmetje de schaatsen onder en legden een deel van de lange reis naar de kerk over sloten en singels af.

Femmetje’s vriend, visserman Klaas Hoefnagel, kwam wel eens langs op de boerderij. Ook hij had weinig geluk met koeien. Toen Klaas, gekleed in Urker klederdracht, eens dwars door de weilanden naar de boerderij liep werd hij omringd door nieuwsgierige koeien. Klaas vertrouwde het niet en zette het op een lopen, met de koeien in galop achter zich aan. Ook hij kwam in een sloot terecht…

Toen Femmetje in 1922 trouwde had ze acht jaar bij de familie Koster gewerkt. Lang genoeg, zou je denken, maar het verhaal kreeg een staartje.

Dienen in de oorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat de familie Koster verlegen om hulp. De boerderij werd nu gerund door zoons Jan en Cor. Femmetje bedacht zich niet en overtuigde haar dochter Hennie om naar Noord-Holland te vertrekken. Ze bracht haar dochter, die nog maar 14 was, zelf naar Hauwert, eerst met de boot naar Enkhuizen en vandaar met de bus. Hennie werd aangenomen voor fl 2,50 per week. De boerin leerde haar koken en bakken en stuurde Hennie naar naailes. Hennie ging wel eens sporten met zoon Jan of bezocht haar vriendin Annie Visser.  

Hennie Hoefnagel (links) met haar vriendin Annie Visser

Eens per maand reisde Hennie naar Urk en kreeg dan altijd wat mee: een bos rabarber, een zak boontjes, wat kaas en boter. Een keer zeulde ze zelfs een kist met peren naar Urk. Femmetje en Klaas hadden inmiddels twaalf kinderen; de extra proviand was midden in de oorlog een welkome gift.

Niet alleen Hennie werkte op de boerderij. Bij grote schoonmaakbeurten stuurde Femmetje ook haar andere dochter, Vrouwtje, naar Hauwert. Vrouwtje sjouwde dan een koffer vol kleren en een zootje vis met zich mee, lopend vanaf Nibbixwoud. Toen een fietser haar eens aanbood om de koffer naar Hauwert te brengen, stemde Vrouwtje in. Ze was ervan overtuigd dat ze haar spullen kwijt was. Dat was niet het geval: toen ze in Hauwert aankwam stond de koffer voor de Hervormde kerk op haar te wachten.

Bron: Dit verhaal is grotendeels gebaseerd op een artikel van Femmetje’s zoon Jan Hoefnagel in het Jaarboek van het Historisch Genootschap Hauwert (Jan Hoefnagel, Urker dienstmeisjes in Hauwert, Jaarboek, Historisch Genootschap Hauwert (2006) 101-106).

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s